In het Zuid-Afrikaanse boek Die Geskiedenis van Boerekos 1652 – 1806 van H.W. Claassens schrijven zij de volgende over beskuit: Het woord beschuit is afgeleid van het 17 eeuws Franse woord biscuit wat ‘twee keer gebakken’ betekent. Dit woord kreeg de voorkeur boven de letterlijke Nederlandse vertaling van het Franse woord (“tweebak”). Het was niet vreemd dat ze het Franse woord kozen, want in die tijd was de Franse invloed wijd verspreid. Uit de geschiedenis leren we dat Franse soldaten naar de oorlog werden gestuurd met hard brood, dat “Biscuit de guerre” werd genoemd – een hard, bijna oneetbaar koekje gemaakt van bloem en water.

De beschuit die op de VOC-schepen werd gegeten, was niet veel beter. In het boek “Geschiedenis van Boerekos 1652 – 1806” wordt melding gemaakt van een citaat uitPeter Kolbe’s boek “Naauwkeurige Beschryving van de Kaap de Goede Hoop” waarin hij beschuit omschrijft als “zo hard dat het nauwelijks door mijn tanden beheerst kan worden”.

Tegen de tijd dat beskuit-recepten in De Volmaakte Hollandsche Keukenmeid van 1761 gepubliceerd werden, waren de Kaapse vrouwen al vlijtig aan het bakken. Zij verkochten beskuit aan de matrozen en reizigers die lange verkenningstochten naar het binnenland maakten.

Vandaag kunt u in iedere supermarkt in Zuid-Afrika ambachtelijk gebakken beskuit kopen, maar toch bakken heel veel mensen het nog steeds gewoon zelf.

Natuurlijk is het al lang niet meer de harde, witte beskuit van honderden jaren geleden.Tegenwoordig is het een heerlijke lekkernij vol zemelen, haver, rozijnen, zonnebloempitten en andere ingrediënten. Zuid-Afrikaans beskuit vormt een lekker, gezond hapje bij de koffie – elk moment van de dag.

(0)